Het mistachterlicht bestaat uit één lamphuis aan de achterzijde en is alleen in te schakelen, wanneer de verlichtingsdraaiknop in stand of staat en het contactslot in de stand II of wanneer de motor draait.
Druk op de knop voor in-/uitschakeling. Het controlesymbool voor het mistachterlicht op het instrumentenpaneel en het lampje in de knop branden, wanneer het mistachterlicht ingeschakeld is.
Wanneer u de motor afzet of de verlichtingsdraaiknop naar stand of draait, wordt het mistachterlicht automatisch uitgeschakeld.
N.b.
De voorschriften voor het gebruik van een mistachterlicht verschillen per land.