Om te voorkomen dat het alarmsysteem onbedoeld afgaat als er bijvoorbeeld een hond in een vergrendelde auto wordt achtergelaten of bij gebruik van een autotrein of een veerverbinding, dienen de bewegingsmelder en de niveausensoren tijdelijk te worden gedeactiveerd.
De te volgen procedure is identiek aan die bij tijdelijke uitschakeling van de Safelock-functie, zie Safelock-functie*.