De cameraweergave verschijnt op het display van de middenconsole.
N.b.
Waarschuwing
- De parkeercamera is een hulpmiddel en kan nooit in de plaats komen van de verantwoordelijkheid van de bestuurder bij het achteruitrijden.
- Wanneer er obstakels in de dode hoeken van de camera zitten, zal het systeem ze niet kunnen ontdekken.
- Houd mensen en dieren in de buurt van de auto daarom in de gaten.
Functie en bediening
De camera toont wat er achter de auto is en of er iets of iemand van de zijkanten opduikt.
De camera beslaat een breed gebied achter de auto alsook een deel van de bumper en een eventuele trekhaak.
Voorwerpen op het display lijken mogelijk over te hellen – dit is volkomen normaal.
N.b.
Als een andere schermweergave actief is, neemt de parkeercamera het scherm automatisch over voor weergave van de camerabeelden.
Bij het inschakelen van de achteruitversnelling wordt met behulp van ononderbroken lijnen grafisch aangegeven waar de achterwielen van de auto uitkomen bij de actuele stuuruitslag – dit vereenvoudigt het achteruit inparkeren, achteruitrijden in krappe ruimten en aankoppelen van aanhangers. De contouren van de auto worden bij benadering aangegeven met streepjeslijnen. De hulplijnen zijn te deactiveren - zie hoofdstuk Instellingen .
Als de auto tevens uitgerust is met Parkeerhulpsensoren , illustreren gekleurde velden op grafische wijze de afstand tot geregistreerde obstakels, zie het kopje "Auto's met parkeerhulpsensoren achter" verderop.
De camera wordt ca. 5 seconden na uitschakeling van de achteruitversnelling gedeactiveerd, of eerder als de rijsnelheid oploopt tot boven 10 km/h (6 mph) vooruit of 35 km/h (22 mph) achteruit.
Lichtomstandigheden
De cameraweergave wordt automatisch aangepast aan de heersende lichtomstandigheden. Dit kan ertoe leiden dat de beeldweergave ietwat kan variëren wat lichtsterkte en kwaliteit betreft. Slechte lichtomstandigheden leveren mogelijk een iets slechtere beeldkwaliteit op.
N.b.
Hulplijnen
De lijnen op het scherm worden geprojecteerd als stonden ze op de grond achter de auto. De lijnen zijn bovendien afhankelijk van de stuuruitslag, zodat u ook tijdens het draaien kunt zien welke baan de auto zal nemen.
N.b.
- Bij het achteruitrijden met een aanhanger/caravan geven de lijnen op het scherm de baan van de auto aan – niet die van de aanhanger/caravan.
- Er verschijnen geen lijnen op het scherm, wanneer er een aanhanger/caravan is aangesloten op het elektrische systeem van de auto.
- De Park Assist-camera wordt automatisch uitgeschakeld, wanneer u een aanhanger/caravan achter de auto hebt hangen die met originele trekhaakbedrading van Volvo aangesloten is.
Belangrijk
Grenslijnen
Grenslijn vrije achteruitrijzone | |
"Wielsporen" |
De onderbroken lijn (1) grenst een zone af die tot ca. 1,5 m achter de achterbumper strekt. Het vormt tegelijkertijd de grens voor de uitstekende delen van de auto, zoals buitenspiegels en hoeken – ook tijdens het maken van een bocht.
De brede "wielsporen" (2) tussen de zijlijnen geven aan waar de wielen zich zullen bevinden en kunnen tot ca. 3,2 m achter de achterbumper reiken zolang er geen obstakel in de weg staat.
Auto's met parkeerhulpsensoren achter*
Als de auto tevens uitgerust is met Parkeerhulp wordt voor iedere sensor die een obstakel waarneemt de afstand met gekleurde velden weergegeven.
De kleur van de velden verandert naarmate de afstand tot het obstakel afneemt – van lichtgeel via oranje in rood.
Kleur | Afstand (meter) |
---|---|
Lichtgeel | 0,7–1,5 |
Oranje | 0,5–0,7 |
Oranje | 0,3–0,5 |
Rood | 0–0,3 |