CTA activeren/deactiveren
CTA wordt geactiveerd bij het starten van de motor wat bevestigd wordt door de controlelampjes op de portierpanelen die één keer oplichten.
Bij auto’s met Parkeerhulp kunt u het CTA-systeem apart uitschakelen/activeren met de Aan/Uit-knop van de parkeerhulp.
Bij een auto zonder knop voor Parkeerhulp is het CTA-systeem te bedienen in het menusysteem MY CAR MY CAR en wel als volgt:
- Ga naar Cross Traffic Alert onder BLIS en verwijder het vinkje - het CTA-systeem is daarmee uitgeschakeld.
Na uitschakeling van het CTA-systeem is het BLIS-systeem echter nog steeds geactiveerd.
Waarschuwing
CTA is slechts een aanvullend hulpmiddel en werkt niet in alle situaties.
CTA vormt geen vervanging voor een veilige rijstijl en het gebruik van de buitenspiegels.
Ook met CTA moet u altijd oplettend en verantwoord blijven rijden - u bent er altijd verantwoordelijk voor dat u op een veilige manier achteruitrijdt.
Wanneer CTA werkt
CTA vormt een aanvulling op het BLIS-systeem door bij achteruitrijden het kruisende verkeer vanaf de zijkant te kunnen zien, bijvoorbeeld als de auto achteruit een parkeervak verlaat.
CTA is bedoeld om in de eerste plaats voertuigen te ontdekken - in gunstige gevallen kunnen ook kleinere voorwerpen zoals fietsen en voetgangers worden ontdekt.
CTA is alleen actief tijdens het achteruitrijden en wordt automatisch geactiveerd als de achteruitversnelling wordt geactiveerd.
- Een geluidssignaal waarschuwt als CTA ontdekt dat iets vanaf de zijkant nadert - het geluid komt uit de linker of rechter luidsprekers, afhankelijk van uit welke richting het object nadert.
- CTA waarschuwt ook doordat de BLIS-lampjes gaan branden.
- Er wordt ook een waarschuwing gegeven met een brandend pictogram in de grafische PAS-voorstelling op het beeldscherm.
Beperkingen
Het CTA werkt niet in alle situaties optimaal, maar heeft zijn beperkingen – zo kunnen de CTA-sensoren niet ‘door’ andere geparkeerde voertuigen of voorwerpen die het zicht blokkeren heen kijken.
Hier volgen enkele voorbeelden van situaties waar het ‘blikveld’ van het CTA aanvankelijk beperkt is, zodat naderende voertuigen pas op het laatste moment geregistreerd worden:
Naarmate u verder achteruitrijdt, verandert de hoek ten opzichte van de auto/het obstakel die/dat in de weg zit zodat de dode hoek snel in grootte afneemt.
Voorbeelden van andere beperkingen:
- Vuil, ijs en sneeuw op de sensoren kunnen voor functiebeperkingen zorgen en waarschuwingen onmogelijk maken. CTA kan dergelijke beperkende omstandigheden niet detecteren.
- CTA wordt gedeactiveerd als u een aanhanger op het elektrische systeem van de auto aansluit.
Belangrijk
Onderhoud
De sensoren voor de BLIS- en CTA-systemen zitten aan de binnenkant van beide hoeken van achterspatbord/bumper.
- Voor een optimale werking is het belangrijk dat de oppervlakken vóór de sensoren schoon worden gehouden.
- Bevestig geen voorwerpen, tape of stickers binnen het oppervlak van de sensoren.