De autofunctie regelt automatisch temperatuur, airconditioning, ventilatorsnelheid, recirculatie en luchtverdeling.
Als u een of meer handmatige functies selecteert, worden de overige functies nog steeds automatisch geregeld. Alle handmatige instellingen worden uitgeschakeld, wanneer u op de knop AUTO drukt. Op het display verschijnt AUTO-KLIMAAT.
U kunt de ventilatorsnelheid in de automatische stand instellen in het menusysteem MY CAR. Voor een beschrijving van het menusysteem, zie MY CAR.