Een auto met Start/Stop-systeem is voorzien van twee 12V-accu's – één extra krachtige startaccu en een hulpaccu die gebruikt wordt voor de startprocedure middels het Start/Stop-systeem.
Voor meer informatie over het Start/Stop-systeem, zie Start/Stop*.
Voor meer informatie over de startaccu van de auto, zie Starten met hulpaccu.
In de volgende tabel staan de specificaties van de hulpaccu.
Belangrijk
N.b.
- Hoe hoger de stroomafname in de auto (extra koeling/verwarming e.d.), hoe meer de accu’s moeten worden bijgeladen = hoe hoger het brandstofverbruik.
- Wanneer de capaciteit van de startaccu tot onder de ondergrens is gedaald, wordt het Start/Stop-systeem uitgeschakeld.
Een tijdelijke functiebeperking van het Start/Stop-systeem op grond van een hoge stroomafname houdt het volgende in:
- Auto-start motor7 werkt zonder dat u de koppeling bedient (handmatige versnellingsbak).
- De motor start automatisch zonder dat u uw voet van het rempedaal haalt (automatische versnellingsbak).
Locatie accu's
De hulpaccu vergt doorgaans niet meer service dan de normale startaccu. Neem bij vragen of problemen contact op met een werkplaats - geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
Belangrijk
Bij het negeren van het volgende valt het Start/Stop-systeem mogelijk tijdelijk uit na aansluiting van een externe startaccu of acculader:
- De minpool van de startaccu in de auto mag nooit worden gebruikt voor aansluiting van een externe startaccu of acculader – alleen het autochassis dient als massapunt te worden gebruikt.
Zie Starten met hulpaccu voor een beschrijving van de locatie van de kabelklemmen en de manier van aansluiten.
N.b.
Als de startaccu zo ontladen is dat de elektrische standaardsystemen van de auto's zijn uitgeschakeld en u start de motor vervolgens met een externe accu of acculader, dan blijft het Start/Stop-systeem actief. Als het Start/Stop-systeem kort een automatische motorstop verricht, is de kans groot dat een volgende automatische motorstart mislukt door onvoldoende capaciteit van de startaccu, omdat de accu niet genoeg is opgeladen.
Als de auto starthulp heeft gekregen of de accu onvoldoende is opgeladen met een acculader, wordt geadviseerd het Start/Stop-systeem uit te schakelen totdat de startaccu voldoende bijgeladen is door de auto. Bij een buitentemperatuur van +15 °C moet de accu ten minste 1 uur lang door de auto worden opgeladen. Bij lagere buitentemperaturen kan de laadduur toenemen tot zo'n 3–4 uur. Geadviseerd wordt de accu op te laden met een externe acculader.
Voor meer informatie over het opladen van de startaccu van de auto, zie Startaccu - algemeen.