- Druk de rechterkant van de knop in om te vergrendelen en de linkerkant om te ontgrendelen.
Lampje in vergrendelingsknop
Wanneer het lampje in de knop voor centrale vergrendeling op het bestuurdersportier brandt, zijn alle portieren vergrendeld.
Met een knop voor centrale vergrendeling alleen op het bestuurdersportier, bij de overige portieren ontbreekt een dergelijke knop:
- Een brandend lampje houdt in dat alle portieren vergrendeld zijn.
Met een knop voor centrale vergrendeling op beide voorportieren en op elk van beide achterportieren een knop voor elektrische vergrendeling:
- Een brandend lampje houdt in dat alleen het desbetreffende portier vergrendeld is. Wanneer de lampjes in alle knoppen branden, zijn alle portieren vergrendeld.
Ontgrendelen
Een portier kan op twee manieren van de binnenkant worden ontgrendeld:
- Bij het indrukken van de knop voor centrale vergrendeling .
Bij lang indrukken worden ook alle zijruiten* tegelijkertijd geopend (zie ook de paragraaf Doorluchtfunctie).
- Trek aan de openingshandgreep en open het portier – het portier wordt in een keer ontgrendeld en geopend.
Vergrendelen
- Beide voorportieren moeten gesloten zijn om ze centraal te kunnen vergrendelen. Druk op de knop voor centrale vergrendeling – alle portieren worden vergrendeld. Als een van de achterportieren nog open is, wordt deze vergrendeld als het portier wordt gesloten.
Bij lang indrukken worden ook alle zijruiten tegelijkertijd gesloten (zie ook de paragraaf Doorluchtfunctie).
Automatische vergrendeling
Bij het wegrijden worden de portieren en de achterklep automatisch vergrendeld.
U kunt het systeem activeren/deactiveren in het menusysteem MY CAR. Voor een beschrijving van het menusysteem, zie MY CAR.