AdBlue®1 – controleren en bijvullen
De Volvo-werkplaats vult de AdBlue bij service aan de auto bij, maar afhankelijk van de rijstijl kan bijvullen soms ook tussen de servicebeurten door noodzakelijk zijn. Als de AdBlue-tank helemaal leeg is, kan de auto niet meer gestart worden.
N.b.
Rijd de AdBlue-tank nooit leeg. Vul de tank tijdig bij.
Als u de tank leegrijdt is de motor na het afzetten niet meer te starten; niet op de gebruikelijke manier en evenmin met hulpmiddelen.
Het bijvullen van de op het bestuurdersdisplay getoonde hoeveelheid AdBlue van de gespecificeerde kwaliteit is de enige manier om de motor weer te starten nadat u de AdBlue-tank hebt leeggereden.
Het AdBlue-peil controleren
Blader met het duimwiel door de menu-opties en kies voor AdBlue.
Bijvullen
Als het AdBlue-peil laag begint te worden, gaat een symbool op het instrumentenpaneel branden en verschijnt er een melding.
Til de laadvloer en de mat weg.
Open de blauwe dop op de vulpijp van de AdBlue-tank.
Vul AdBlue bij van de juiste kwaliteit2.
Giet de tank niet te vol. Hoeveel AdBlue kan worden bijgevuld, wordt op het display aangegeven.
Belangrijk
Verwijder eventueel gemorste AdBlue met een doek.
Wees voorzichtig zodat er geen AdBlue op het lakwerk van de auto terechtkomt. Spoel in dat geval met een ruime hoeveelheid water, omdat de vloeistof het lakwerk kan aantasten.