Collision Warning* - bediening
Via een menusysteem van MY CAR op het display van de middenconsole zijn eventuele instellingen voor de Collision Warning te verrichten, zie MY CAR.
Waarschuwingssignalen Aan en Uit
U kunt aangeven of de geluidssignalen en het geprojecteerde waarschuwingslampje voor de Collision Warning moeten zijn in- of uitgeschakeld.
Bij het starten van de motor geldt automatisch de instelling die actief was toen de motor werd afgezet.
N.b.
Via het menusysteem MY CAR op het display van de middenconsole zijn instellingen voor de Collision Warning te verrichten, zie MY CAR.
Waarschuwingslampje en geluidssignaal
Wanneer het waarschuwingslampje en het geluidssignaal zijn ingeschakeld, wordt het waarschuwingslampje (nr. [1] op de voorgaande afbeelding) bij iedere motorstart getest door de verschillende lichtpunten korte tijd te laten branden.
Na het starten van de motor zijn zowel het waarschuwingslampje als het geluidssignaal uit te schakelen:
- Ga naar Botswaarschuwing in Rijondersteuning in het menusysteem MY CAR MY CAR - vink de functie daar uit.
Geluidssignaal
Na het starten van de motor is het geluidssignaal apart in/uit te schakelen:
- Ga naar Signaaltoon in Botswaarschuwing in het menusysteem MY CAR MY CAR - kies daar Aan of Uit.
Vervolgens vindt de Collision Warning alleen met lichtsignalen plaats.
Waarschuwingsafstand instellen
De waarschuwingsafstand is de afstand waarbij een visueel signaal en een geluidssignaal worden afgegeven.
- Ga naar Waarschuwingsafstand in Botswaarschuwing in het menusysteem MY CAR MY CAR - kies daar Lang, Normaal of Kort.
De waarschuwingsafstand is bepalend voor de gevoeligheid van het systeem. Bij de waarschuwingsafstand Lang wordt eerder gewaarschuwd. Ga altijd uit van de instelling Lang, maar als deze instelling te vaak tot waarschuwingen leidt (wat in bepaalde situaties als hinderlijk kan worden ervaren) kunt u overgaan op de waarschuwingsafstand Normaal.
Maak alleen in uitzonderingsgevallen zoals bij dynamisch rijden gebruik van de waarschuwingsafstand Kort.
N.b.
Bij gebruik van de adaptieve cruisecontrol worden het waarschuwingslampje en de waarschuwingszoemer door de cruisecontrol gehanteerd, ook al hebt u de Collision Warning gedeactiveerd.
De Collision Warning waarschuwt u bij gevaar voor een botsing, maar de functie is niet in staat uw reactietijd te verkorten.
Voor een optimale werking van de Collision Warning dient u de Afstandswaarschuwing altijd in te stellen op volgtijd 4-5.
N.b.
Waarschuwing
Instellingen controleren
U kunt de actuele instellingen controleren op het display van de middenconsole.
- Ga in het menusysteem MY CAR naar Botswaarschuwing in Rijondersteuning.
Onderhoud
De sensoren werken alleen naar behoren wanneer u vuil, ijs en sneeuw verwijdert en ze regelmatig schoonmaakt met water en autoshampoo.