Elektrisch bedienbare ruiten
Waarschuwing
Waarschuwing
Waarschuwing
Bediening
Vanaf het bedieningspaneel van het bestuurdersportier zijn alle elektrisch bedienbare ruiten te bedienen. Vanaf de bedieningspanelen van de overige portieren zijn alleen de ruiten van het desbetreffende portier te bedienen. Er kan slechts één bedieningspaneel tegelijk worden bediend.
Om de elektrisch bedienbare ruiten te kunnen gebruiken moet de sleutelstand minimaal I zijn - zie Contactslotstanden - functies in verschillende standen. Na uitschakeling van de motor kunnen de elektrisch bedienbare ruiten gedurende enkele minuten na verwijdering van de transpondersleutel worden bediend, maar niet nadat er een portier is geopend.
De ruiten komen tot stilstand en worden geopend, als ze tijdens het sluiten in hun beweging worden gehinderd. Wanneer sluiten onmogelijk is door bijvoorbeeld ijsvorming, kan de inklembeveiliging worden opgeheven. Wanneer de zijruiten tweemaal achtereen niet konden worden gesloten, wordt de inklembeveiliging korte tijd gedeactiveerd. Sluiten is daarna mogelijk door de bedieningsknop omhoog te trekken en vast te houden.
N.b.
Handmatige bediening
Trek voorzichtig een van de bedieningsknoppen omhoog of duw er een omlaag. De elektrisch bedienbare zijruiten komen steeds verder omhoog of omlaag zolang u de bedieningsknop bedient.
Automatische bediening
Trek een van de bedieningsknoppen omhoog of duw er een omlaag en laat deze vervolgens los. De bijbehorende zijruit gaat automatisch volledig open of dicht.
Bedienen met transpondersleutel of knop voor centrale vergrendeling
Om de elektrisch bedienbare zijruiten vanaf de buitenzijde te bedienen met de transpondersleutel of vanaf de binnenzijde met de knop voor centrale vergrendeling, zie Transpondersleutel - functies of Vergrendelen/ontgrendelen - van de binnenzijde.