Vergrendelen/ontgrendelen - indicatie
Wanneer u de auto vergrendelt of ontgrendelt met een transpondersleutel, lichten de richtingaanwijzers een bepaald aantal malen op om aan te geven dat de auto op de juiste manier vergrendeld/ontgrendeld is.
N.b.
Let op het gevaar voor buitensluiten met de transpondersleutel nog in de auto.
Bij het vergrendelen vindt de indicatie alleen plaats als alle sloten zijn vergrendeld en alle portieren zijn gesloten. Er vindt ook indicatie plaats als het laatste portier wordt gesloten.
Functie kiezen
In het menusysteem MY CAR zijn verschillende opties in te stellen voor bevestiging bij vergrendeling/ontgrendeling middels lichtsignalen. Voor een beschrijving van het menusysteem, zie MY CAR.
Vergrendelingsindicatie
Een knipperende diode bij de voorruit geeft aan dat de auto is vergrendeld.
N.b.
Ook auto’s zonder alarm zijn uitgerust met deze indicatie.