Het linker voorportier is te vergrendelen met de bijbehorende slotcilinder en het afneembare sleutelblad van de transpondersleutel.
De overige portieren hebben geen slotcilinders, maar zijn voorzien van een vergrendeling op de zijkant van het portier die moet worden ingedrukt met het sleutelblad, waarna het portier mechanisch is vergrendeld en niet meer van de buitenzijde kan worden geopend. De portieren zijn echter nog steeds vanaf de binnenzijde te openen.
Haal het afneembare sleutelblad uit de transpondersleutel. Steek het sleutelblad in de vergrendelopening en druk de sleutel er helemaal in, ca. 12 mm.
Het portier is zowel vanaf de buitenzijde als vanaf de binnenzijde te openen. | |
Het portier is niet vanaf de buitenzijde te openen. Om terug te keren naar stand A moet de binnenhandgreep van het portier worden geopend. |
De portieren zijn ook te ontgrendelen met de ontgrendelingstoets op de transpondersleutel of de knop voor centrale vergrendeling op het bestuurdersportier.
N.b.
- De vergrendeling van een portier dient alleen om het desbetreffende portier te vergrendelen – dus niet alle portieren.
- Een handmatig vergrendeld achterportier waarvan ook het mechanische kinderslot geactiveerd is, kan niet van de binnenzijde noch van de buitenzijde worden geopend. Een achterportier dat op die manier is vergrendeld, kan alleen worden ontgrendeld met een transpondersleutel of de knop van de centrale vergrendeling.