De volgende tabel geeft aan welke functies beschikbaar zijn in de verschillende sleutelstanden.
Niveau | Functies |
---|---|
0 | Kilometerteller, klok en temperatuurmeter worden verlicht. Elektrisch bediende stoelen zijn te verstellen. Het audiosysteem kan gedurende beperkte tijd worden gebruikt, zie Audio en media. |
I | Zonnescherm voor glazen dak, elektrisch bediende ruiten, 12V-aansluiting in passagiersruimte, RTI, telefoon, interieurventilator en ruitenwisser kunnen worden gebruikt. |
II | De koplampen worden ontstoken. Waarschuwings-/controlelampjes branden 5 seconden lang. Diverse andere systemen worden geactiveerd. Elektrische verwarming in zittingen en achterruit kan echter pas na starten van de motor worden geactiveerd. Deze sleutelstand verbruikt veel stroom vanuit de startaccu en moet daarom worden vermeden! |
Kiezen van sleutelstand
- Sleutelstand 0 - Ontgrendel de auto - het elektrische systeem van de auto staat nu in stand 0.
N.b.
- Sleutelstand I - Met de transpondersleutel volledig in het contactslot1 geduwd - druk kort op START/STOP ENGINE.
- Sleutelstand II - Met de transpondersleutel volledig in het contactslot1 geduwd - druk lang2 op START/STOP ENGINE.
- Terug naar sleutelstand 0 - Om terug te gaan naar sleutelstand 0 vanuit stand II en I - druk kort op START/STOP ENGINE.
Audiosysteem
Zie voor informatie over de functie van het audiosysteem bij een uitgenomen transpondersleutel, zie Audio en media.
Motor starten en afzetten
Zie voor informatie over het starten/afzetten van de motor, zie Motor starten.
Slepen
Zie voor belangrijke informatie over de transpondersleutel bij het slepen, zie Slepen.