Wielen verwisselen - monteren

Het is belangrijk dat het wiel op de juiste manier gemonteerd wordt.

Aanbrengen

 Waarschuwing

Kruip nooit onder de auto als deze op een krik staat.

Laat nooit passagiers in de auto zitten als deze op een krik staat. Bij het verwisselen van een wiel langs de kant van de weg moeten eventuele passagiers op een veilige plek gaan staan.

Reinig de contactvlakken tussen het wiel en de naaf.
Breng het wiel aan. Haal de wielmoeren stevig aan.

Breng de auto zo ver omlaag dat het wiel niet meer ongehinderd kan draaien.

P3X-1020-Tighten the lug nuts
Draai de wielmoeren kruiselings vast. Het is belangrijk dat u de wielmoeren stevig aanhaalt tot het juiste aanhaalmoment. Controleer het aanhaalmoment met een momentsleutel.
Plaats de kunststof doppen terug op de wielmoeren.
P3/P4-1220-ALL-fitting a wheel side with correct valve alignment

Plaats een volledige wieldop terug (indien aanwezig).

 N.b.

De ventieluitsparing in de wieldop bij het monteren aanbrengen over het ventiel in de velg.

Gereedschap opbergen

Leg de stukken gereedschap na gebruik op de juiste plekken terug in het blok schuimrubber.

Bij gebruik van het compacte reservewiel kunt u de lekke band in de plastic zak doen die u in de verpakking met de handschoenen vindt. Leg het schuimrubber blok terug en duw de bevestigingsbout in de vloer van het opbergvak.

 Belangrijk

Bewaar gereedschap en krik* op de daarvoor bestemde plaats in de bagageruimte, wanneer u ze niet nodig hebt.

 N.b.

  • Plaats na het oppompen van een band altijd het ventieldopje terug om schade aan het ventiel door grind, vuil e.d. te voorkomen.
  • Gebruik alleen kunststof dopjes. Metalen ventieldopjes kunnen roesten en zijn moeilijk los te draaien.
  1. * Optie/accessoire.