Motorolie - controleren en bijvullen

Een elektronische oliepeilsensor detecteert het oliepeil.
P4-1420 Filler cap engine VEP4
Vulpijp1.

In sommige gevallen moet olie worden bijgevuld tussen de servicebeurten door.

Aanpassing van het motoroliepeil is niet nodig voordat er een melding op het bestuurdersdisplay verschijnt, zie volgende afbeelding.

P3-1346 Oil message and graph in display VEA
Melding en grafische voorstelling op display. Het linker display verschijnt op een digitaal instrumentenpaneel en het rechter op een analoog.
  1. Ikon röd cirkel 1Melding
  2. Ikon röd cirkel 2Motoroliepeil

Wanneer de motor afgezet is, kunt u het duimwiel gebruiken om het oliepeil te laten controleren door de elektronische oliepeilsensor, zie Menufuncties - instrumentenpaneel.

 Waarschuwing

Bij het verschijnen van de melding Olieservice vereist moet u een werkplaats opzoeken – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Het oliepeil is mogelijk te hoog.

 Belangrijk

Vul bij een melding dat het oliepeil gering alleen de aangegeven hoeveelheid olie bij, bijvoorbeeld 0,5 liter.

 N.b.

Na het bijvullen of aftappen van olie duurt het even voordat het systeem wijzigingen in het oliepeil kan waarnemen. De auto moet ca. 30 km hebben gereden en vervolgens 5 minuten op een vlakke ondergrond hebben stilgestaan met de motor afgezet, voordat het weergegeven oliepeil correct is.

 Waarschuwing

Mors geen olie op de hete uitlaatspruitstukken, aangezien er dan brand kan ontstaat.

Oliepeil meten

 N.b.

Als niet aan de gestelde voorwaarden voor meting van het oliepeil is voldaan (verstreken tijd na motoruitschakeling, hellingshoek van de auto, buitentemperatuur e.d.), zal de melding Niet beschikbaar niet verschijnen. Dit betekent niet dat een van de autosystemen een storing vertoont.
  1. 1 Bij een motor met elektronische oliepeilsensor ontbreekt de peilstok.