Noodreparatieset voor banden - reparatieresultaat controleren
Wanneer een band gerepareerd is met de noodreparatieset, Temporary Mobility Kit (TMK), moet na zo'n 3 kilometer rijden een tweede controle plaatsvinden.
Bandenspanning controleren
Neem de noodreparatieset voor banden erbij. De compressor moet uitstaan.
Draai het ventieldopje van de band los.
Neem de luchtslang erbij en schroef de ventielaansluiting ervan tot aan de aanslag vast over de draadwindingen van het bandventiel.
Lees de bandenspanning van de manometer af.
- Als de bandenspanning lager is dan 1,3 bar1, werd de band onvoldoende afgedicht. Beëindig in dat geval de rit. Neem contact op met een erkende Volvo-werkplaats.
- Als de bandenspanning hoger is dan 1,3 bar1, moet u de band oppompen tot de spanning die staat aangegeven in de bandenspanningstabel, zie Banden - goedgekeurde bandenspanning.
- Laat lucht uit de band ontsnappen, als de bandenspanning te hoog is.
Als de band moet worden opgepompt:
- Sluit de voedingskabel aan op de dichtstbijzijnde 12V-aansluiting en start de auto.
- Schakel de compressor in en pomp de band op tot de vermelde spanning in de bandenspanningstabel.
- Schakel de compressor uit.
Koppel de noodreparatieset voor banden los, plaats de beschermdop op de luchtslang, vouw de luchtslang op en plaats deze in de daarvoor bestemde uitsparing.
Waarschuwing
Draai de bus niet los, aangezien deze een blokkering heeft om lekkage te voorkomen.
Plaats het ventieldopje terug op de band.
N.b.
- Plaats na het oppompen van een band altijd het ventieldopje terug om schade aan het ventiel door grind, vuil e.d. te voorkomen.
- Gebruik alleen kunststof dopjes. Metalen ventieldopjes kunnen roesten en zijn moeilijk los te draaien.
N.b.
Vervang de bus met afdichtmiddel en de slang na gebruik. Volvo adviseert u het vervangen over te laten aan een erkende Volvo-werkplaats.
Waarschuwing
Controleer de bandenspanning regelmatig.
Volvo adviseert u de auto naar de dichtstbijzijnde erkende Volvo-werkplaats te rijden om de beschadigde band te laten vervangen/repareren. Geef aan het werkplaatspersoneel door dat er afdichtmiddel in de band zit.
Waarschuwing
Rijd na het gebruik van de noodreparatieset voor banden niet sneller dan 80 km/h (50 mph). Volvo adviseert een bezoek aan een erkende Volvo-werkplaats voor een inspectie van de gerepareerde band (maximaal 200 km rijden). Het personeel kan bepalen of de band te repareren is of moet worden vervangen.