Met deze knop op de middenconsole activeert u de vierwielaandrijving (AWD – All Wheel Drive), zie Aandrijving - rijstanden. De stand is voornamelijk bestemd voor gebruik op lage snelheid bij gladheid. De vierwielaandrijving werkt ook stabiliserend bij hogere snelheden.
Om optimale wegligging te verkrijgen en wielspin te voorkomen wordt de aandrijfkracht automatisch verdeeld over de wielen met de beste grip. Bij normaal rijden worden de voorwielen naar verhouding iets sterker aangedreven dan de achterwielen.