Algemene informatie over de klimaatregeling

De auto is voorzien van elektronische klimaatregeling. De klimaatregeling zorgt ervoor dat de lucht in het interieur gekoeld, verwarmd of van vocht ontdaan wordt.

Bij inschakeling van de klimaatregeling wordt geadviseerd de blaasmonden op het dashboard helemaal open te zetten voor optimale klimaatregeling.

Als de koelvloeistof niet warm genoeg is, wordt in eerste instantie de verwarming op stroom gebruikt. Bij koud weer slaat mogelijk ook de verwarming op brandstof aan.

Tijdens het rijden worden de motorverwarming en de verwarming op stroom of brandstof gebruikt als verwarmingsbron. Welke verwarmingsbron(nen) er precies gebruikt worden in de verschillende rijstanden hangt af van de omstandigheden zoals de omgevingstemperatuur.

Tijdens het rijden start de auto automatisch de systemen die nodig zijn om het interieurcomfort op peil te houden (behalve in de rijstand PURE, waarin het interieurcomfort ondergeschikt is en bijvoorbeeld de AC en bepaalde elektrische apparaten niet worden gestart).

Met de preconditioning kunt u het interieurklimaat van de auto regelen (conditioneren) voordat u wegrijdt, zowel bij warm als koud weer.

 N.b.

U kunt de airconditioning (AC) uitschakelen, maar voor optimaal klimaatcomfort in de passagiersruimte en om te voorkomen dat de ruiten beslaan dient u de airconditioning altijd te laten aanstaan.

Waar u op moet letten

  • Voor optimale werking van de airconditioning moet u de zijruiten en een schuifdak* gesloten houden.
  • Bij warm weer kunt u de doorluchtfunctie gebruiken om alle zijruiten tegelijk korte tijd te openen en weer te sluiten en op die manier snel voor frisse lucht in de auto te zorgen.
  • Veeg sneeuw en ijs van de luchtinlaat voor de klimaatregeling (de opening tussen de motorkap en de voorruit).
  • Bij stationair draaien, preconditioning of oplading van de hybride-accu in warme weersomstandigheden kan er ter hoogte van de airconditioning een plasje water onder de auto ontstaan. Dit is volkomen normaal.
  • Wanneer de motor het maximale vermogen nodigt heeft (bijvoorbeeld als u volgas optrekt of met een aanhanger achter de auto een helling oprijdt), is het mogelijk dat de airconditioning tijdelijk wordt uitgeschakeld. Er kan dan een tijdelijke temperatuurstijging optreden.
  • Maak in eerste instantie gebruik van de ontwasemingsfunctie om condens van de binnenkant van de ruiten te verwijderen. Houd de binnenzijde van de ruiten schoon om de kans te beperken dat ze beslaan.
  1. * Optie/accessoire.