Motor met elektronische oliepeilsensor, 5-cil. diesel
U hoeft het motoroliepeil niet aan te passen, voordat er een melding op het display verschijnt, zie volgende afbeelding.
Wanneer de motor afgezet is, kunt u het duimwiel gebruiken om het oliepeil te laten controleren door de elektronische oliepeilsensor, zie Menufuncties - instrumentenpaneel.
Waarschuwing
Bij het verschijnen van de melding Olieservice vereist een werkplaats opzoeken. Het oliepeil is mogelijk te hoog.
Belangrijk
Vul bij het verschijnen van de melding Oliepeil laag 0,5 liter bijvullen slechts 0,5 liter bij.
Waarschuwing
Vul niet meer olie bij, als niveau (3) of (4) verschijnt zoals aangegeven op de afbeelding. De olie mag nooit boven MAX of onder MIN staan om motorschade tegen te gaan.
N.b.
Het systeem registreert het oliepeil alleen, wanneer aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Na het bijvullen of aftappen van olie kan het dan ook even duren voordat het systeem wijzigingen in het oliepeil kan waarnemen. In bepaalde omstandigheden moet u eerst ca. 30 km op de verbrandingsmotor hebben afgelegd.
Waarschuwing
Mors geen olie op de hete uitlaatspruitstukken, aangezien er dan brand kan ontstaat.
Oliepeil meten, 5-cil. diesel
Voor controle van het oliepeil de onderstaande volgorde aanhouden.
Activeer sleutelstand II, zie Sleutelstanden - functies in verschillende standen.
Draai het duimwiel op de linker stuurhendel naar stand Oliepeil.
Vervolgens verschijnt informatie over het motoroliepeil.
Voor meer informatie over de menufuncties, zie Menufuncties - instrumentenpaneel.