Collision Warning* - bediening

‘Collision Warning met Auto Brake en voetgangers- en fietsersdetectie’ is een hulpmiddel dat bedoeld is om u te waarschuwen, wanneer het gevaar bestaat dat u op een voetganger of achter op een (stilstaande of rijdende) fietser of voorligger botst.

Waarschuwingssignalen Aan en Uit

P4-1220-Collision Warning - Komponentplacering Sedan
1. Akoestisch en visueel waarschuwingssignaal wanneer een botsing dreigt.1

U kunt aangeven of de geluidssignalen en het geprojecteerde waarschuwingslampje voor de Collision Warning moeten zijn in- of uitgeschakeld.

Bij het starten van de motor geldt automatisch de instelling die actief was toen de motor werd afgezet.

 N.b.

De functies Brake Support en Auto Brake zijn altijd actief – ze kunnen niet uitgeschakeld worden.

Via het menusysteem MY CAR op het display van de middenconsole zijn instellingen voor de Collision Warning te verrichten, zie MY CAR.

Waarschuwingslampje en geluidssignaal

Wanneer het waarschuwingslampje en het geluidssignaal zijn ingeschakeld, wordt het waarschuwingslampje (nr. [1] op de voorgaande afbeelding) bij iedere motorstart getest door de verschillende lichtpunten korte tijd te laten branden.

Na het starten van de motor zijn zowel het waarschuwingslampje als het geluidssignaal uit te schakelen:

  • Ga naar Botswaarschuwing in Rij-assistentiesystemen in het menusysteem MY CAR, MY CAR - vink de functie daar uit.

Geluidssignaal

Na het starten van de motor is het geluidssignaal apart in/uit te schakelen:

  • Ga naar Signaaltoon in Botswaarschuwing in het menusysteem MY CAR, MY CAR - kies daar Aan of Uit.

Vervolgens vindt de Collision Warning alleen met lichtsignalen plaats.

Waarschuwingsafstand instellen

De waarschuwingsafstand is de afstand waarbij een visueel signaal en een geluidssignaal worden afgegeven.

  • Ga naar Waarschuwingsafstand in Botswaarschuwing in het menusysteem MY CAR, MY CAR - kies daar Lang, Normaal of Kort.

De waarschuwingsafstand is bepalend voor de gevoeligheid van het systeem. Bij de waarschuwingsafstand Lang wordt eerder gewaarschuwd. Ga altijd uit van de instelling Lang, maar als deze instelling te vaak tot waarschuwingen leidt (wat in bepaalde situaties als hinderlijk kan worden ervaren) kunt u overgaan op de waarschuwingsafstand Normaal.

Maak alleen in uitzonderingsgevallen zoals bij dynamisch rijden gebruik van de waarschuwingsafstand Kort.

 N.b.

Bij gebruik van de adaptieve cruisecontrol worden het waarschuwingslampje en de waarschuwingszoemer door de cruisecontrol gehanteerd, ook al hebt u de Collision Warning gedeactiveerd.

De Collision Warning waarschuwt u bij gevaar voor een botsing, maar de functie is niet in staat uw reactietijd te verkorten.

Voor een optimale werking van de Collision Warning dient u de Afstandswaarschuwing altijd in te stellen op volgtijd 4-5.

 N.b.

Ook als u de waarschuwingsafstand hebt ingesteld op Lang, kunnen de waarschuwingen voor uw gevoel soms laat worden afgegeven. Bijvoorbeeld bij grote snelheidsverschillen of als de voorligger krachtig remt.

 Waarschuwing

Geen enkel automatisch systeem kan in alle situaties een 100 % feilloze werking garanderen. Test Collision Warning met Auto Brake daarom nooit uit op mensen of voertuigen - dat kan namelijk tot ernstig letsel/ernstige schade en levensgevaarlijke situaties leiden.

Instellingen controleren

De actuele instellingen zijn te controleren via het display van de middenconsole en in het Menusysteem MY CAR.

Onderhoud

P3-1220-Collision Warning - Komponent-Tvätt
Camera- en radarsensor2.

De sensoren werken alleen naar behoren wanneer u vuil, ijs en sneeuw verwijdert en ze regelmatig schoonmaakt met water en autoshampoo.

 N.b.

Als vuil, ijs en sneeuw de sensoren bedekken, neemt de functie af en kan meten onmogelijk worden gemaakt.
  1. * Optie/accessoire.
  2. 1 De afbeelding is schematisch – afhankelijk van het model zijn afwijkingen mogelijk.
  3. 2 NB De afbeelding is schematisch – afhankelijk van het model zijn afwijkingen mogelijk.