Rit plannen

Het is belangrijk om het rijden met de elektrische aandrijving zorgvuldig te plannen, zodat u zo ver mogelijk kunt rijden.

Maak zoveel mogelijk gebruik van de elektrische aandrijving:

  • Ga na waar de laadstations zich bevinden.
  • Kies in eerste instantie een parkeerplaats met laadstation.
  • Balanceer het stroomverbruik met het gaspedaal om zo de voordelen van de elektromotor te benutten.

 Waarschuwing

Let erop dat de auto bij elektrische aandrijving geen motorgeluid produceert, waardoor spelende kinderen, voetgangers, fietsers en huisdieren u mogelijk niet opmerken. Dit geldt in het bijzonder wanneer u op lage snelheden rijdt, zoals op parkeerterreinen.

 N.b.

Maak er een gewoonte van om een rit altijd te beginnen met een volledig opgeladen hybride-accu.

Rijtechniek

De elektromotor doet dienst als motor en dynamo tegelijk. Bij het afremmen wordt de remenergie benut om de hybride-accu bij te laden - energie die anders verloren zou gaan in de vorm van warmte-energie.

Hier volgen enkele tips om het stroomverbruik te beperken (en daarmee de actieradius te vergroten) zonder dat dit van invloed is op de reistijd of het rijplezier.

  • Houd de auto niet stil op een helling door het gaspedaal te bedienen. Gebruik in plaats daarvan het rempedaal.
  • Maak bij het remmen gebruik van de motorrem en bedien het rempedaal voorzichtig – zo wordt de hybride-accu bijgeladen en is de actieradius op de elektromotor het grootst.
  • Bij een hoge snelheid neemt het stroomverbruik aanzienlijk toe door de verhoogde luchtweerstand – bij een verdubbeling van de snelheid neemt de luchtweerstand met een factor 4 toe.
  • Voer regelmatig onderhoud uit aan de auto – houd de door Volvo geadviseerde onderhoudsintervallen aan.
  • Het slepen van een andere auto neemt veel stroom – activeer de AWD-stand. De hybride-accu wordt dan bijgeladen en de auto presteert beter op het gebied van rijeigenschappen en wegligging, zie Aandrijving - rijstanden.

Buitentemperatuur

De elektromotor, elektronica en accu’s werken het best bij een temperatuur rond 25 °C. Wanneer de auto op een laadstation is aangesloten, wordt de auto opgewarmd/gekoeld tot het optimale temperatuurinterval. Als u de auto bij vorst start of als de auto tijdens de rit wordt afgekoeld tot onder het optimale temperatuurinterval, start automatisch de verwarming op brandstof en eventueel ook de verbrandingsmotor voor extra verwarming. Als de temperatuur te ver daalt, is elektrische aandrijving mogelijk maar met een lager rendement.

Tijdens ritten bij hoge temperaturen is mogelijk koeling van het systeem vereist.

 N.b.

Bij extreem lage buitentemperaturen draait de dieselmotor altijd.

Stroomverbruikers

Hoe meer verbruikers (audiosysteem, elektrische verwarming ruiten/spiegels/stoelen e.d.) er zijn ingeschakeld, hoe hoger het stroomverbruik.