De auto kan omhoog worden gebracht met een krik voor sporadisch gebruik, met een garagekrik bij regelmatig gebruik of door het personeel bij een erkende werkplaats met grotere hefinrichtingen.
N.b.
Volvo adviseert u alleen de krik te gebruiken die bij de auto hoort. Als er een andere krik moet worden gebruikt, moeten de bijbehorende instructies daarvan worden gevolgd.
De normale krik* van de auto is alleen bestemd voor sporadisch en kortstondig gebruik, bijvoorbeeld voor het verwisselen van een wiel bij een lekke band. Als de auto vaker moet worden opgekrikt of voor langere tijd, zoals bij het verwisselen van de wielen, wordt een garagekrik geadviseerd. Volg dan de instructies die bij die krik worden meegeleverd.
Waarschuwing
- De auto mag niet kunnen rollen als die omhoog is gebracht. Schakel de parkeerrem in en kies de parkeerstand (P).
- Blokkeer vóór en achter de wielen die op de grond staan met grote houtblokken of grote stenen.
- Gebruik een krik die bedoeld is voor het automodel bij wielen vervangen. Schraag de auto bij alle andere werkzaamheden ook met aanvullende ondersteuning.
- Een krik in slechte staat mag niet worden gebruikt. Controleer of het schroefdraad overal goed gesmeerd is en of er geen sprake is van beschadigingen of vuil.
- Controleer of de krik stabiel staat. De ondergrond moet vast, vlak en niet glad zijn.
- Leg nooit iets tussen de krik en de ondergrond of tussen de krik en het hefpunt van de auto.
- Laat nooit passagiers in de auto zitten terwijl de krik de auto omhoog houdt. Zorg ervoor dat die op een veilige plaats staan als er een wiel moet worden verwisseld langs een drukke weg.
- Als de auto met een krik omhoog wordt gehouden, mag er geen lichaamsdeel onder de auto worden gestoken.
Hefpunten
Waarschuwing
Auto omhoog brengen met een krik
Schakel de alarmlichten in als u de auto omhoog moet brengen langs een drukke weg.
Plaats de gevarendriehoek.
N.b.
Plaats de krik onder een van de hefpunten van de auto met de krikhendel recht naar buiten toe vanaf de zijkant van de auto.
De positie van de buitenste hefpunten wordt gemarkeerd met driehoekige pijlen langs de onderrand aan de zijkant van de auto. Binnen de markeringen zijn speciale uitsparingen aangebracht voor de kop van de krik.
Breng de krik omhoog, zodat deze in contact komt met het hefpunt van de auto. Controleer of de kop van de krik (of de dragerarmen in een werkplaats) goed in het steunpunt is (zijn) geplaatst, zodat de verhoging in het midden van de kop in de opening in het steunpunt past.
Breng de auto niet verder omhoog dan nodig is voor de werkzaamheden die u wilt uitvoeren.
Laat de auto met de krik meteen zakken als de werkzaamheden klaar zijn.
Als de krik* niet wordt gebruikt, adviseren wij deze in de auto op te bergen, beschermd tegen vocht en vuil.