De functie kan een tegenligger waar u tegenop dreigt te botsen pas detecteren wanneer de tegenligger in het gebied is waar de functie het verloop kan analyseren.
Bovendien geldt het volgende:
- de snelheid van uw auto moet minimaal 4 km/h (3 mph) zijn.
- uw auto moet afslaan naar links op markten met rechtsrijdend verkeer (of naar rechts bij linksrijdend verkeer).
- de koplampen van de tegenligger moeten branden.
De functie kan bijvoorbeeld in de volgende gevallen problemen ondervinden bij het helpen van de bestuurder:
- De weg is glad en de stabiliteitsregeling2 grijpt in.
- Tegenliggers worden laat ontdekt.
- Het zicht op tegenliggers wordt ergens door belemmerd.
- Tegenliggers voeren geen koplampen.
- Tegenliggers rijden onvoorspelbaar en wisselen bijvoorbeeld in een laat stadium snel van rijbaan.
Waarschuwing
Waarschuwingen en stuurhulp bij een dreigende aanrijding met een tegenligger komen altijd heel laat.
N.b.
De functie maakt gebruik van de gecombineerde camera en radarsensor van de auto die enkele algemene beperkingen heeft.