Als de startaccu van de auto (12 V) uitgeput is, kunt u het elektrische systeem van de auto starten met stroom van een hulpaccu.
Als de accu met de spanning 12 V (de startaccu) leeg is, kan het elektrische systeem van de auto worden gestart via starthulp met startkabels en een andere auto. Als de hybride-accu ook leeg is, moet die worden geladen met een laadkabel na het starten van het elektrische systeem om de motor te kunnen starten.
Belangrijk
De laadpunten van de auto zijn alleen bestemd voor starthulp van de eigen auto. Gebruik ze niet voor het starten van andere auto's; de zekering van het laadcircuit kan overbelast raken en daardoor uitvallen.
Als een zekering overbelast raakt, verschijnt de melding Zekering 12V-accu defect, service vereist op het bestuurdersdisplay. Volvo adviseert u contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats.
Als u een hulpaccu gebruikt bij het starten wordt geadviseerd de volgende stappen aan te houden om kortsluiting en andere schade te voorkomen:
Zet het elektrische systeem van de auto in de contactslotstand 0.
Controleer of de hulpaccu een spanning heeft van 12 V.
Als de accu in een andere auto is gemonteerd, moet u de motor van die auto afzetten en ervoor zorgen dat de auto's elkaar niet raken.
Bevestig de ene klem van de rode startkabel aan de pluspool (1) van de hulpaccu.
Belangrijk
Wees voorzichtig bij het aansluiten van de startkabels om kortsluiting en contact met andere onderdelen in de motorruimte te voorkomen.
Open de afdekking (2) van het positieve laadpunt.
Bevestig de andere klem van de rode startkabel aan het positieve laadpunt (2).
Bevestig de ene klem van de zwarte startkabel aan de minpool (3) van de hulpaccu.
Bevestig de andere klem van de zwarte startkabel aan het negatieve laadpunt (4).
Controleer of de klemmen van de startkabels goed vastzitten. Door slecht contact kan vonkvorming ontstaan of kunnen de klemmen bij de startpoging losgaan.
Start de motor van de hulpauto en laat die auto ongeveer een paar minuten draaien met een toerental hoger dan normaal, ongeveer 1500 tpm.
Start de motor van uw auto. Verleng de laadtijd tot 10 minuten als startpoging mislukt en probeert het daarna opnieuw.
N.b.
Bij motorstart in normale omstandigheden wordt doorgaans de elektrische aandrijving gebruikt – de benzinemotor blijft uitgeschakeld. Dit betekent dat de elektromotor “gestart” en de auto rijklaar is, wanneer u de startknop rechtsom hebt omgedraaid. Ter bevestiging dat de elektromotor is gestart, doven de controlesymbolen op het bestuurdersdisplay en gaat het gekozen thema branden.
Belangrijk
Raak de aansluitingen tussen de kabel en de auto niet aan tijdens het starten. Er bestaat namelijk gevaar voor vonkvorming.
Verwijder de startkabels in omgekeerde volgorde – eerst de zwarte kabel en daarna de rode.
Zorg dat de klemmen van de zwarte startkabel geen contact kunnen maken met het positieve laadpunt van de auto, de pluspool van de hulpaccu of de aangesloten klem van de rode startkabel.
Waarschuwing
De startaccu kan het zeer explosieve knalgas produceren. Eén enkele vonk, veroorzaakt door een onjuiste aansluiting van een startkabel, kan volstaan om de accu tot ontploffing te brengen.
Sluit de startkabels niet aan op een component va het brandstofsysteem of op bewegende onderdelen. Pas op voor hete motoronderdelen.
De startaccu bevat tevens zwavelzuur dat ernstige chemische brandwonden kan veroorzaken.
Als u accuzuur in uw ogen krijgt of op uw huid of kleren morst, moet u onmiddellijk met grote hoeveelheden water spoelen. Neem onmiddellijk contact op met een arts, als u accuzuur in uw ogen krijgt.
Rook niet in de buurt van de accu.
N.b.
U kunt de auto niet starten bij een uitgeputte hybride-accu.