Automatische schakelblokkering
De automatische schakelblokkering kent verschillende beveiligingsfuncties.
Vanuit de parkeerstand - P of de neutrale stand - N
Om de keuzehendel vanuit stand P of N naar een andere schakelstand te kunnen schakelen, moet de motor draaien, moet het rempedaal ingetrapt zijn, moet de auto stilstaan en moet de contactslotstand II zijn.
Als de schakelhendel in stand N staat en de auto heeft minstens 3 seconden stilgestaan (of de motor nu loopt of niet), is de schakelhendel geblokkeerd.
Melding op bestuurdersdisplay
Als de schakelhendel geblokkeerd is wordt er een melding op het bestuurdersdisplay weergegeven, bijvoorbeeld Trap rempedaal in voor activering schakelhendel.
De schakelhendel wordt niet mechanisch geblokkeerd.1