Pilot Assist activeren en starten

Pilot Assist moet, om de snelheid en het tijdsverschil te kunnen regelen en stuurhulp te kunnen bieden, eerst worden geactiveerd en vervolgens worden gestart.
P5-1646-PilotAssist2 Manöverknappar & symbol
NB De afbeelding is schematisch – afhankelijk van het model zijn afwijkingen mogelijk.
Om Pilot Assist te kunnen starten, is het volgende vereist:
  • U moet de veiligheidsgordel om hebben en het bestuurdersportier moet dichtstaan.
  • Er moet binnen een redelijke afstand een voorligger (doelvoertuig) aanwezig zijn of de actuele snelheid moet minimaal 15 km/h (9 mph) zijn.
  • Voor auto's met een handgeschakelde versnellingsbak: De snelheid moet minimaal 30 km/h (20 mph) bedragen.
Met de adaptieve cruisecontrol stand-by:
Druk op de stuurknop ▶ (6).
In de stand-bystand verandert het symbool P5-1507- Symbol(i txt) farthållare 2 in Pilot Assist (8).
Druk op de stuurknop P5-1507-Symbol 5x3,5-CC rattknapp Centrum-V (2).
Pilot Assist wordt gestart en de actuele snelheid wordt opgeslagen en met cijfers in het midden van de snelheidsmeter weergegeven.

...of...

Met de adaptieve cruisecontrol gestart:
Druk op de stuurknop ▶ (6).
Pilot Assist wordt gestart.
P5-1646-Pilot Assist symbol Avstånd + Styrning

Alleen wanneer de kleur van het stuursymbool (2) verandert van GRIJS in GROEN, is de stuurhulp van Pilot Assist actief.

Alleen wanneer het afstandssymbool een auto (1) boven het stuursymbool aangeeft, regelt Pilot Assist het tijdsverschil en opzichte van voorliggers.

P5-1507-ACC Hastighet skillnad

Tegelijkertijd wordt een snelheidsinterval gemarkeerd.

De hogere snelheid is de opgeslagen/gekozen snelheid en de lagere snelheid is de snelheid van de voorligger (het doelvoertuig).

Handen aan het stuur

Een voorwaarde voor de werking van Pilot Assist is dat u uw handen aan het stuur houdt.

P6-1817-PA-Symbol Hands-on-Steeringwheel

Als Pilot Assist detecteert dat u uw handen niet aan het stuurwiel houdt, krijgt u na enige tijd het verzoek tot actieve besturing van de auto, in de vorm van een symbool en een displaytekst.

Als het systeem enige seconden later detecteert dat u uw handen nog steeds niet aan het stuur hebt, wordt het verzoek tot actieve besturing van de auto herhaald. Dit maal in combinatie met een akoestisch waarschuwingssignaal.

Als Pilot Assist na nog eens enkele seconden nog steeds niet kan registreren dat u uw handen aan het stuur hebt, wordt het volume van het waarschuwingssignaal verhoogd en de stuurfunctie uitgeschakeld. Vervolgens moet u Pilot Assist opnieuw starten met de stuurknop P5-1507-Symbol 5x3,5-CC rattknapp Centrum-V.

 Let op

Let op: de hulpfunctie Pilot Assist werkt alleen als u de handen aan het stuur hebt.