Informatiekaarten in het navigatiesysteem*
Alle pictogrammen op de kaart, zoals bestemmingen, deelbestemmingen en favorieten, hebben een informatiekaart die wordt geopend door op het pictogram te drukken.
Bij het aantikken van de informatiekaart verschijnt eerst een kleine kaart en bij nogmaals aantikken verschijnt een grotere kaart met meer gegevens. De gegevens en opties op de informatiekaart zijn afhankelijk van het type pictogram.
Met bijvoorbeeld een gemarkeerde nuttige plaats (POI1) kan de bestuurder onder meer kiezen voor:
- Navigatie starten – de positie wordt opgeslagen als bestemming
- Als routepnt toevoegen – de positie wordt opgeslagen als deelbestemming (alleen getoond als een bestemming is ingevoerd)
- Opslaan – de positie wordt opgeslagen in de bibliotheek
- Uit reisweg verwijderen – de positie wordt verwijderd als deze onderdeel is van het reisplan
- Nabijgelegen POI – weergave van nuttige plaatsen rond de locatie van de auto