De wisserbladen vegen neerslag van de voor- en achterruit. In combinatie met sproeiervloeistof reinigen ze de ruiten voor een goed zicht tijdens het rijden.
Om de wisserbladen van de voorruit te kunnen vervangen moeten deze eerst in de servicestand worden gezet.
Servicestand
De wisserbladen dienen in de servicestand te staan om ze te kunnen vervangen, reinigen of optillen (bijvoorbeeld om ijs van de voorruit te krabben).
Belangrijk
Voordat de wisserbladen in de servicestand worden gezet, moet u controleren of ze niet vastgevroren zijn.
Steek de transpondersleutel in het contactslot1 en druk kort op de knop START/STOP ENGINE om het elektrische systeem van de auto in de sleutelstand I te zetten. Voor gedetailleerde informatie over sleutelstanden, zie Sleutelstanden - functies in verschillende standen.
Druk opnieuw kort op de START/STOP ENGINE-knop om het elektrische systeem van de auto in de sleutelstand 0 te zetten.
Beweeg binnen 3 seconden de rechter stuurhendel omhoog en houd deze ca. 1 seconde in deze stand.
De ruitenwisserarmen gaan dan verticaal staan.
De wisserbladen keren terug naar de beginstand met een korte druk op de START/STOP ENGINE-knop om het elektrische systeem van de auto in de sleutelstand I te zetten (of bij het starten van de auto).
Belangrijk
Als de wisserarmen in de servicestand van de voorruit af zijn gehaald, moeten ze tegen de voorruit worden teruggeklapt voordat de wissers weer naar de oorspronkelijke stand terug mogen keren. Dit gebeurt om te voorkomen dat de lak op de motorkap beschadigd raakt.
Wisserbladen vervangen
Klap de wisserarm omhoog als deze in de servicestand staat. Druk op de knop die op de wisserbladhouder zit en trek het wisserblad evenwijdig aan de wisserarm los.
Duw het nieuwe wisserblad zo ver naar binnen dat u een klik hoort.
Controleer of het blad goed vastzit.
Klap de wisserarm terug op de voorruit.
De wisserbladen keren terug vanuit de servicestand naar de beginstand met een korte druk op de START/STOP ENGINE-knop om het elektrische systeem van de auto in de sleutelstand I te zetten (of bij het starten van de auto).
N.b.
De wisserbladen hebben een verschillende lengte. Het blad aan de bestuurderskant is langer dan dat aan de passagierskant.
Wisserbladen vervangen, achterklep
Klap de wisserarm uit.
Pak het wisserblad aan de binnenkant (bij de pijl) beet.
Draai het wisserblad linksom om de aanslag op de wisserarm als hefboom te gebruiken zodat het wisserblad gemakkelijker loskomt.
Duw het nieuwe wisserblad vast. Controleer of het goed vastzit.
Klap de wisserarm terug.
Schoonmaken
Voor het schoonmaken van de wisserbladen en de voorruit, zie Wasstraat.
Belangrijk
Controleer de bladen regelmatig. Verwaarloosd onderhoud verkort de levensduur van de bladen.