Instrumentenpaneel, digitaal - overzicht

Op het informatiedisplay van het instrumentenpaneel verschijnt informatie over bepaalde functies van de auto zoals de cruisecontrol, boordcomputer en meldingen. De informatie wordt weergegeven in de vorm van symbolen en tekst.

Informatiedisplay

P3-1320 DIM High-line Information display
Informatiedisplay, digitaal instrument*.

Op het informatiedisplay van het instrumentenpaneel verschijnt informatie over bepaalde functies van de auto zoals de cruisecontrol, boordcomputer en meldingen. De informatie wordt weergegeven in de vorm van symbolen en tekst. Gedetailleerder informatie vindt u onder de functies die gebruik maken van het display.

Meters en wijzers, digitaal instrument

Voor het digitale instrumentenpaneel zijn verschillende thema’s te kiezen. De mogelijke thema’s zijn ‘Elegance’, ‘Eco’ en ‘Performance’. Het ingestelde thema kan bij vergrendeling van de auto worden opgeslagen in het geheugen van de transpondersleutel, zie pagina Transpondersleutel met sleutelblad en MY CAR.

Het is alleen mogelijk een thema te kiezen, wanneer de motor loopt.

Druk om een thema te kiezen op de knop OK op de linker stuurhendel en kies daarna menu-optie Thema's door aan het duimwiel van dezelfde hendel te draaien. Bevestig de keuze met een druk op de knop OK. Zie voor meer informatie over de menufuncties, zie Menufuncties - instrumentenpaneel.

Het uiterlijk van het beeldscherm hangt bij bepaalde modelvarianten af van het ingestelde thema voor het instrumentenpaneel.

P3-1320 Information display, gauges, DIM Digital Elegance
Meters en wijzers, thema ‘Elegance’.
  1. Ikon röd cirkel 1Brandstofmeter. Wanneer de aanduiding is gedaald tot slechts één witte markering1, gaat het oranje controlesymbool voor een laag brandstofpeil branden. Zie ook Boordcomputer - aanvullende informatie en Brandstof tanken.
  2. Ikon röd cirkel 2Temperatuurmeter koelvloeistof motor
  3. Ikon röd cirkel 3Snelheidsmeter
  4. Ikon röd cirkel 4Toerenteller. De meter geeft het motortoerental in duizenden omwentelingen per minuut aan.
  5. Ikon röd cirkel 5Schakelindicator2/Schakelindicator3. Zie ook Schakelindicator*, Automatische versnellingsbak - Geartronic* of Automatische versnellingsbak - Powershift*.
P3-1320 Information display, gauges, DIM Digital Eco
Meters en wijzers, thema ‘Eco’.
  1. Ikon röd cirkel 1Brandstofmeter. Wanneer de aanduiding is gedaald tot slechts één witte markering1, gaat het oranje controlesymbool voor een laag brandstofpeil branden. Zie ook Boordcomputer - aanvullende informatie en Brandstof tanken.
  2. Ikon röd cirkel 2Eco guide. Zie ook Eco guide & Power guide*.
  3. Ikon röd cirkel 3Snelheidsmeter
  4. Ikon röd cirkel 4Toerenteller. De meter geeft het motortoerental in duizenden omwentelingen per minuut aan.
  5. Ikon röd cirkel 5Schakelindicator2/Schakelindicator3. Zie ook Schakelindicator*,Automatische versnellingsbak - Geartronic* of Automatische versnellingsbak - Powershift*.
P3-1320 Information display, gauges, DIM Digital Performance
Meters en wijzers, thema ‘Performance’.
  1. Ikon röd cirkel 1Brandstofmeter. Wanneer de aanduiding is gedaald tot slechts één witte markering1, gaat het oranje controlesymbool voor een laag brandstofpeil branden. Zie ook Boordcomputer - aanvullende informatie en Brandstof tanken.
  2. Ikon röd cirkel 2Temperatuurmeter koelvloeistof motor
  3. Ikon röd cirkel 3Snelheidsmeter
  4. Ikon röd cirkel 4Toerenteller. De meter geeft het motortoerental in duizenden omwentelingen per minuut aan.
  5. Ikon röd cirkel 5Power guide. Zie ook Eco guide & Power guide*.
  6. Ikon röd cirkel 6Schakelindicator2/Schakelindicator3. Zie ook Schakelindicator*,Automatische versnellingsbak - Geartronic* of Automatische versnellingsbak - Powershift*.

Controle- en waarschuwingssymbolen

P3-1320 DIM High-Line Information display, control and warning symbols
Controle- en waarschuwingssymbolen, digitaal instrument.
  1. Ikon röd cirkel 1Controlesymbolen
  2. Ikon röd cirkel 2Controle- en waarschuwingssymbolen
  3. Ikon röd cirkel 3Waarschuwingssymbolen4

Functietest

Alle controle- en waarschuwingssymbolen, behalve de symbolen in het midden van het informatiedisplay, gaan branden in sleutelstand II of bij het starten van de motor. Alle symbolen moeten weer uitgaan als de motor is aangeslagen, behalve het symbool voor de parkeerrem. Dit gaat pas uit, als de auto van de parkeerrem wordt gehaald.

Als de motor niet aanslaat of als de functietest wordt uitgevoerd in sleutelstand II, gaan binnen enkele seconden alle symbolen uit, behalve het symbool voor storingen in het uitlaatgasreinigingssysteem en dat voor een lage oliedruk.

  1. * Optie/accessoire.
  2. 1 Wanneer de aanduiding ‘Afstand tot lege tank:’ op het display verandert in ‘----’, wordt de markering rood van kleur.
  3. 2 Handgeschakelde versnellingsbak
  4. 3 Automatische versnellingsbak
  5. 4 Bij bepaalde motortypes is het lampje voor een lage oliedruk niet in gebruik. Er verschijnt in plaats daarvan een displaymelding, zie Motorolie - controleren en bijvullen.