Op het informatiedisplay van het instrumentenpaneel verschijnt informatie over bepaalde functies van de auto zoals de cruisecontrol, boordcomputer en meldingen. De informatie wordt weergegeven in de vorm van symbolen en tekst.
Informatiedisplay
Op het informatiedisplay van het instrumentenpaneel verschijnt informatie over bepaalde functies van de auto zoals de cruisecontrol, boordcomputer en meldingen. De informatie wordt weergegeven in de vorm van symbolen en tekst. Gedetailleerder informatie vindt u onder de functies die gebruik maken van het display.
Meters en wijzers, digitaal instrument
Voor het digitale instrumentenpaneel zijn verschillende thema’s te kiezen. De mogelijke thema’s zijn ‘Elegance’, ‘Eco’ en ‘Performance’. Het ingestelde thema kan bij vergrendeling van de auto worden opgeslagen in het geheugen van de transpondersleutel, zie pagina Transpondersleutel met sleutelblad en MY CAR.
Het is alleen mogelijk een thema te kiezen, wanneer de motor loopt.
Druk om een thema te kiezen op de knop OK op de linker stuurhendel en kies daarna menu-optie Thema's door aan het duimwiel van dezelfde hendel te draaien. Bevestig de keuze met een druk op de knop OK. Zie voor meer informatie over de menufuncties, zie Menufuncties - instrumentenpaneel.
Het uiterlijk van het beeldscherm hangt bij bepaalde modelvarianten af van het ingestelde thema voor het instrumentenpaneel.
Controle- en waarschuwingssymbolen
Functietest
Alle controle- en waarschuwingssymbolen, behalve de symbolen in het midden van het informatiedisplay, gaan branden in sleutelstand II of bij het starten van de motor. Alle symbolen moeten weer uitgaan als de motor is aangeslagen, behalve het symbool voor de parkeerrem. Dit gaat pas uit, als de auto van de parkeerrem wordt gehaald.
Als de motor niet aanslaat of als de functietest wordt uitgevoerd in sleutelstand II, gaan binnen enkele seconden alle symbolen uit, behalve het symbool voor storingen in het uitlaatgasreinigingssysteem en dat voor een lage oliedruk.