Bij auto’s met een automatische versnellingsbak is de adaptieve cruisecontrol aangevuld met de functie file-assistent (ook wel "Queue Assist" genoemd).
File-assistent biedt de volgende functies:
- Uitgebreid snelheidsinterval – ook onder 30 km/h en stilstaand
- Van doelvoertuig veranderen
- Beëindiging automatische remfunctie bij stilstand
- Automatische activering parkeerrem.
Let erop dat 30 km/h de minimumsnelheid is waarop de adaptieve cruisecontrol kan worden ingesteld – ook al kan de adaptieve cruisecontrol een voorligger volgen tot aan stilstand, is het niet mogelijk een lagere snelheid te kiezen.
Groter snelheidsinterval
N.b.
Met een automatische versnellingsbak kan de adaptieve cruisecontrol een voorligger volgen in het interval 0–200 km/h.
N.b.
Bij korte stops tijdens filerijden of voor verkeerslichten wordt de functie automatisch hervat, als de stop korter was dan ca. 3 seconden – duurt het langer voordat een voorligger weer gaat rijden, dan wordt de adaptieve cruisecontrol in de stand-bystand met automatische remfunctie gezet. U dient deze vervolgens op een van de volgende manieren opnieuw te activeren:
- Druk op de stuurtoets .
of
- Trap het gaspedaal in.
> | De cruisecontrol zal dan de voorligger opnieuw volgen. |
N.b.
De file-assistent kan de auto maximaal 4 minuten stilhouden - daarna wordt de parkeerrem aangezet, waarna de cruisecontrol wordt uitgeschakeld.
- Voordat de cruisecontrol opnieuw kan worden ingeschakeld, dient u de parkeerrem te lossen.
Van doelvoertuig veranderen
Wanneer de adaptieve cruisecontrol eerst een rijdende voorligger volgt bij snelheden lager dan 30 km/h, vervolgens van doelvoertuig verandert en een stilstaand voertuig als voorligger heeft, dan zal de cruisecontrol voor het stilstaande voertuig remmen.
Waarschuwing
Wanneer de cruisecontrol een rijdende voorligger volgt bij snelheden boven 30 km/h, van doelvoertuig verandert en vervolgens een stilstaand voertuig volgt, zal de cruisecontrol het stilstaande voertuig negeren en de opgeslagen snelheid aanhouden.
- U dient dan zelf in te grijpen en te remmen.
Automatische stand-bystand bij wijziging van doelvoertuig
De adaptieve cruisecontrol wordt uitgeschakeld en stand-by gezet:
- wanneer u langzamer rijdt dan 5 km/h en de cruisecontrol niet kan registreren of het doelobject een stilstaand voertuig is of een ander object, zoals een verkeersdrempel.
- wanneer u langzamer rijdt dan 5 km/h en de voorligger afslaat, zodat de cruisecontrol geen voorligger meer heeft om te volgen.
Stoppen van automatisch remmen bij stilstaand voertuig
In bepaalde situaties onderbreekt de file-assistent automatisch remmen bij stilstaand voertuig. Dat betekent dat de remmen worden gelost en de auto mogelijk gaat rollen – u moet daarom ingrijpen en zelf remmen om de auto stil te houden.
De file-assistent schakelt in de volgende gevallen de remmen uit en zet de adaptieve cruisecontrol stand-by:
- u het rempedaal bedient
- u de parkeerrem aanzet
- u de keuzehendel in stand P, N of R zet
- u de cruisecontrol stand-by zet.
Automatische activering parkeerrem
In bepaalde situaties zet de file-assistent dan de parkeerrem aan om te zorgen dat de auto blijft stilstaan.
Dit vindt plaats, als:
- u het bestuurdersportier opent of de veiligheidsgordel losmaakt
- U het DSTC uit de Normal-stand haalt en in de Sport-stand zet
- de file-assistent de auto al meer dan 4 minuten lang heeft stilgehouden
- de motor wordt afgezet
- de remmen oververhit zijn geraakt.