U kunt maximaal 15 externe Bluetooth®-eenheden registreren. U hoeft een eenheid slechts eenmaal te registreren. Na het registreren hoeft de eenheid niet langer zichtbaar/identificeerbaar te zijn, alleen moet Bluetooth® wel zijn geactiveerd.
Wanneer de Bluetooth®-functie actief is en de laatst aangesloten eenheid binnen het bereik ligt, vindt automatisch aansluiting op de auto plaats als deze wordt gestart. De naam van de aangesloten eenheid verschijnt in de normaalweergave van de bron. Druk op OK/MENU voor aansluiting op een andere eenheid en kies van eenheid wisselen.
De Bluetooth®-eenheid wordt automatisch losgekoppeld, wanneer deze buiten het bereik van de auto komt. Om een eenheid handmatig los te koppelen - Bluetooth in de eenheid deactiveren. Wilt u een geregistreerde Bluetooth®-eenheid verwijderen, kies dan Bluetooth®-eenheid verwijderen. De auto zal daarna niet meer automatisch naar deze eenheid zoeken.
U kunt twee Bluetooth®-eenheden tegelijk hebben aangesloten. Bijvoorbeeld een telefoon en een media-eenheid en u kunt van eenheid wisselen.