Het bandenspanningscontrolesysteem maakt gebruik van sensoren in de ventielen van de banden. Bij snelheden van ca. 40 km/h controleert het systeem de bandenspanning. Als de spanning dan te laag is, gaat het waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel branden en verschijnt er een melding op het informatiedisplay.
Zowel originele fabrieksbanden als naderhand gemonteerde banden zijn te voorzien van ventielen met TPMS-sensoren.
Bij gebruik van wielen zonder TPMS-sensor of een kapotte sensor, verschijnt de melding Bandensp.systeem Service vereist.
Controleer het systeem altijd na het verwisselen van wielen om er zeker van te zijn dat de vervangende wielen compatibel zijn met het systeem.
Voor informatie over de juiste bandenspanning, zie Banden - bandenspanning.
Ook mét dit systeem moet u het normale onderhoud aan de banden blijven plegen.