Tijdens het afremmen kunnen de ingrepen van het systeem waarneembaar zijn in de vorm van pulserende geluiden. Tijdens het gas geven kan de auto langzamer optrekken dan u verwacht.
Het systeem bestaat uit de volgende functies:
- Antislipregeling
- Antispinregeling
- Tractieregeling
- Motorremregeling, EDC
- Corner Traction Control - CTC
- Trailer Stability Assist* - TSA
Antislipregeling
Deze regeling controleert de aandrijfkracht en remkracht van elk van de afzonderlijke wielen om de auto op die manier te stabiliseren.
Antispinregeling
Deze regeling voorkomt dat de aangedreven wielen tijdens het optrekken doorslippen.
Tractieregeling
Deze regeling is actief op lage snelheden en brengt de aandrijfkracht van een slippend aandrijfwiel over op een aandrijfwiel dat niet slipt.
Motorremregeling (EDC)
EDC (Engine Drag Control) voorkomt ongewenste blokkering van de wielen, zoals na terugschakeling of bij gladheid tijdens het afremmen op de motor in een lage versnelling.
Een van de gevolgen van ongewenste blokkering van de wielen is dat u de auto moeilijk onder controle kunt houden.
Corner Traction Control (CTC)*
CTC zorgt voor compensatie van eventueel onderstuur in een bocht en maakt het mogelijk om sneller op te trekken dan normaal zonder dat het binnenste wiel doorslipt zoals bij een gebogen oprit om zo sneller in te kunnen voegen in de verkeersstroom.
Trailer Stability Assist1
Het TSA-systeem heeft tot taak de auto met een aanhanger/caravan te stabiliseren wanneer de combinatie de neiging tot pendelbewegingen vertoont. Voor meer informatie, zie Rijden met een aanhanger.