Systeembeschrijving
TPMS De TPMS maakt gebruik van sensoren in de bandventielen. Bij snelheden van zo'n 30 km/h (20 mph) controleert de TPMS de bandenspanning.
Zowel originele fabrieksbanden als naderhand gemonteerde banden zijn te voorzien van ventielen met TPMS-sensoren.
Ook mét dit systeem moet u het normale onderhoud aan de banden blijven plegen.
Meldingen
Bij een te lage bandenspanning gaat het controlelampje op het instrumentenpaneel branden en verschijnt een van de volgende meldingen:
- Bandenspanning laag Controleer band rechtsvoor
- Bandenspanning laag Controleer band linksvoor
- Bandenspanning laag Controleer band rechtsachter
- Bandenspanning laag Controleer band linksachter
- Band moet worden opgepompt Contr. rechtsvoor
- Band moet worden opgepompt Contr. linksvoor
- Band moet worden opgepompt Contr. rechtsacht.
- Band moet worden opgepompt Contr. linksacht.
- Bandensp.systeem Service vereist
Bij gebruik van wielen zonder TPMS-sensor of een kapotte sensor, verschijnt de melding Bandensp.systeem Service vereist.
Voor informatie over de juiste bandenspanning, zie Banden - bandenspanning.
Belangrijk
Als er een storing optreedt in het TPMS, gaat het controlesymbool op het instrumentenpaneel eerst zo'n 1 minuut lang knipperen waarna het continu blijft branden. Er verschijnt tevens een melding op het instrumentenpaneel.