Als de Air Quality Sensor een verhoogde concentratie van verontreinigingen in de buitenlucht meet, wordt de luchtinlaat afgesloten waarna de lucht in de passagiersruimte wordt gerecirculeerd.
Het systeem is te activeren/deactiveren in het menusysteem MY CAR. Voor een beschrijving van het menusysteem, zie MY CAR.
N.b.
Voor de beste lucht in het interieur moet de luchtkwaliteitssensor altijd zijn ingeschakeld.
In een koud klimaat is de recirculatie beperkt om het beslaan van de ruiten te voorkomen.
Als de ruiten beslaan, moet de luchtkwaliteitssensor worden uitgeschakeld en moet de ontwaseming voor voorruit, achterruit en zijruiten worden ingeschakeld.