Tijdens het waden
Let bij het doorwaden op het volgende om schade aan de auto te voorkomen:
- U kunt met de auto door waterpartijen van maximaal 25 cm (9 inch) diep rijden.
- Rijd niet sneller dan stapvoets.
- Breng de auto niet in het water tot stilstand. Rijd de auto voorzichtig voor- of achteruit uit het water.
- Wees extra voorzichtig als u door stromend water rijdt.
- Laat de auto niet langdurig in water staan dat tot boven de dorpelbalken – elektrische storingen zijn anders niet uitgesloten.
Belangrijk
- Als er water in het luchtfilter komt, kan er motorschade ontstaan.
- Als er water in de transmissie komt, neemt de smerende werking van de oliën af waardoor de betrokken systemen minder lang meegaan.
- Schade aan de motor, transmissie, turbocompressor, het differentieel of de inwendige onderdelen ervan als gevolg van waterlekkage (hydrolock) of een tekort aan olie valt niet onder de garantie.
- Probeer de motor bij motorafslag in water niet opnieuw te starten. Haal de auto uit het water en breng deze naar de werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Kans op motorschade.
Na het waden
Trap na het oversteken van de waterpartij lichtjes op het rempedaal om te controleren of de remwerking in orde is. Bij water en vuil op de remblokken kunnen er vertragingen in de remwerking optreden.
Maak eventuele aansluitingen voor de elektrische verwarming en de aanhangwagenkoppeling schoon na ritten in water en modder.