Autogas bestaat hoofdzakelijk uit methaan. In aardgas varieert het methaangehalte van 85% tot 98%. In biogas ligt het gehalte altijd rond de 100%.
De autogastanks zitten onder de vloer in de bagageruimte en zijn niet van invloed op de normale benzinetank.
Het systeem wordt op dezelfde manier getest als bij benzineauto’s. Het betreft een gesloten systeem, waardoor lekken tijdens bijvoorbeeld tanken wordt voorkomen. De gastanks liggen beschermd en zijn bestand tegen een aanrijding. Het gas is lichter dan lucht en niet giftig. Daarnaast is de ontbrandingstemperatuur hoger dan die van benzine en diesel. De kans op brand of explosie bij verkeersongelukken is dan ook kleiner dan bij benzine en diesel.
De tank is voorzien van een veiligheidsklep die bij een abnormaal hoge druk gas uit de tank laat ontsnappen. Deze klep zorgt ervoor dat de tank niet kan exploderen.
Waarschuwing
Waarschuwing
Roken en open vuur verboden tijdens het tanken en bij service- en reparatiewerk. Stap bij een eventuele brand onmiddellijk uit de auto en ga op veilige afstand staan.
Probeer de CNG-installatie en/of de bijbehorende onderdelen onder geen beding te demonteren of aan te passen. Anders bestaat er groot gevaar voor lichamelijk letsel. Laat alle service- en reparatieklussen dan ook om veiligheidsredenen over aan een gecertificeerd monteur – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
Waarschuwing
Als u gas in of om de auto kunt ruiken, schakel dan onmiddellijk over op benzine en laat de auto door de dichtstbijzijnde gecertificeerde monteur nakijken.
Als de auto in een spuit-/moffelcabine met droogtemperatuur hoger dan 60 °C plaatst, mag de druk in de CNG-installatie niet hoger zijn dan 50 bar. Controleer in dat geval of de CNG-tank bijna leeg is.