De regeling is aangepast voor terreinritten en voor ritten op lage snelheden (tot zo'n 40 km/h (25 mph)) met een aanhanger achter de auto.
De lagesnelheidsregeling geeft voorrang aan lage versnellingen en vierwielaandrijving wat wielspin helpt voorkomen en een betere tractie oplevert. Op lage snelheden reageert de motor reageert minder snel op het gaspedaal voor een betere regeling van de tractie en snelheid.
De regeling wordt samen met Hill Descent Control (HDC) geactiveerd om de snelheid op steile, aflopende hellingen met het gaspedaal te kunnen regelen, zodat u het rempedaal minder vaak hoeft te gebruiken. De regeling maakt het mogelijk om op steile en aflopende hellingen een lage en gelijkmatige snelheid aan te houden.
Lagesnelheidsregeling (LSC) activeren
Het systeem is afhankelijk van de uitrusting van de auto op verschillende manieren te activeren.
Met de rijmodusknop*
- Kies de rijmodus Off Road om het systeem te activeren.
- Kies een andere rijmodus om het systeem te deactiveren.
Op het functiescherm van het middendisplay
Bij een auto zonder rijmodusknop bevat het functiescherm op het middendisplay een functieknop voor lagesnelheidsregeling met Hill Descent Control.