Preconditioning
Preconditioning vooraf beperkt de slijtage en het stroomverbruik tijdens het rijden.
Preconditioning is direct in te schakelen of via een timer te programmeren.
De functie maakt afhankelijk van de situatie gebruik van uiteenlopende systemen:
- De standverwarming* warmt bij koud weer het interieur op tot de comforttemperatuur en warmt eveneens de motor op.
- De ventilator koelt bij warm weer het interieur af tot de actuele buitentemperatuur.
N.b.
Bij preconditioning van het interieur gaat het erom de auto te verwarmen tot een behaaglijke temperatuur te brengen en tot de op de klimaatregeling ingestelde temperatuur.
Handhaving klimaatcomfort
Het interieurklimaat van de auto is tijdens het parkeren nog enige tijd te handhaven, bijvoorbeeld als u of een of meer inzittenden na uitschakeling van de motor in de auto willen blijven zitten en het klimaatcomfort wensen te handhaven.
Handhaving klimaatcomfort is alleen direct in te schakelen.
De functie maakt afhankelijk van de situatie gebruik van uiteenlopende systemen:
- Bij koud weer wordt het interieur met de restwarmte van de motor opgewarmd tot de comforttemperatuur.
- De ventilator koelt bij warm weer het interieur af tot de actuele buitentemperatuur.
N.b.
Handhaving klimaatcomfort wordt uitgeschakeld als de auto van buitenaf wordt vergrendeld om niet onnodig restwarmte te gebruiken. De functie dient om het klimaatcomfort te behouden, wanneer u en/of passagiers in de auto achterblijven.