Verlichtingsbediening
Draairing op stuurhendel
Stand | Betekenis |
---|---|
Dagrijverlichting wanneer het elektrische systeem van de auto in contactslotstand II staat of als de auto rijdt. Grootlichtsignalering mogelijk. | |
Dagrijverlichting en stadslichten voor/achterlichten achter, wanneer het elektrische systeem van de auto in contactslotstand II staat of als de auto rijdt. Stadslichten voor/achterlichten, wanneer de auto geparkeerd staat2. Grootlichtsignalering mogelijk. | |
Dimlicht en stadslichten voor/achterlichten. Groot licht is te activeren. Grootlichtsignalering mogelijk. | |
Dagrijverlichting en stadslichten voor/achterlichten bij daglicht wanneer het elektrische systeem van de auto in contactslotstand II staat of wanneer de auto is ingeschakeld. Dimlicht en stadslichten voor/achterlichten bij weinig daglicht of donker of wanneer de mistlampen voor* en/of het mistachterlicht geactiveerd zijn. Het automatisch groot licht is te activeren. U kunt het groot licht inschakelen, wanneer u het dimlicht voert. Grootlichtsignalering mogelijk. | |
Automatisch groot licht aan/uit. |
Volvo adviseert om stand te gebruiken als er met de auto wordt gereden.
Waarschuwing
Het verlichtingssysteem van de auto kan niet in elke situatie bepalen of het daglicht te zwak of sterk genoeg is, bijv. bij mist en regen.
Als bestuurder bent u verplicht om de verlichting van de auto altijd af te stemmen op de heersende omstandigheden en de geldende verkeerswetgeving.
Duimwielen op het dashboard
Een auto met led-3 koplampen* heeft automatische koplamphoogteregeling, zodat het duimwiel voor koplamphoogteregeling ontbreekt.
Lichtsterkte van interieurverlichting aanpassen
Afhankelijk van de contactslotstand gaat de interieurverlichting op een bepaalde manier branden.
Met het duimwiel past u de lichtsterkte aan van de displayverlichting, de knopverlichting, de achtergrondverlichting en de sfeerverlichting*.
Koplamphoogteregeling
Door de belading van de auto wordt de hoogte van de koplampen gewijzigd, zodat u tegenliggers mogelijk verblindt. U kunt dat voorkomen door de koplamphoogte bij te stellen. Stel de koplampen lager af als de auto zwaar beladen is.
Zie het artikel "Koplamphoogteregeling" voor de instellingen bij uiteenlopende belading.