Portier- en gordelwaarschuwing
Het systeem herinnert inzittenden eraan de veiligheidsgordel om te doen en waarschuwt ook als een portier, motorkap, achterklep of tankvulklep niet goed dichtstaat.
Grafische voorstelling op bestuurdersdisplay
De grafische voorstelling op het bestuurdersdisplay geeft de zitplaatsen weer waarvan de veiligheidsgordel wel of juist niet in gebruik is.
In dezelfde grafische voorstelling wordt aangegeven of de motorkap, de achterklep, de tankvulklep of een portier openstaat.
De grafische voorstelling verdwijnt automatisch na 30 seconden rijden of eerder bij een druk op de O-knop van de rechter stuurknoppenset.
Gordelwaarschuwing
De visuele signalen worden verstrekt via de plafondconsole en het waarschuwingssymbool op het bestuurdersdisplay.
Het geluidssignaal is afhankelijk van de snelheid, de rijtijd en de afgelegde afstand.
De gordelstatus voor de bestuurder en de passagiers geeft op de grafische voorstelling op het bestuurdersdisplay aan wanneer een gordel wordt om- of afgedaan.
Het gordelwaarschuwingssysteem geldt niet voor kinderzitjes.
Voorstoel
Er worden visuele signalen en geluidssignalen afgegeven, wanneer u en een eventuele voorpassagier niet in de gordel zitten.
Achterbank
- Aangeven welke veiligheidsgordels van de achterbank er worden gebruikt. Bij gebruik van de veiligheidsgordels verschijnt een grafische voorstelling op het bestuurdersdisplay.
- Met visuele signalen en geluidssignalen ervoor waarschuwen dat een van de veiligheidsgordel achterin tijdens het rijden werd losgenomen. De waarschuwing stopt wanneer de gordel weer is omgedaan, maar is ook handmatig te onderdrukken door op de O-knop van de rechter stuurknoppenset te drukken.
Waarschuwing voor portier, motorkap, achterklep en tankvulklep
Als de motorkap, de achterklep, de tankvulklep of een van de portieren niet goed dichtstaan, geeft de grafische voorstelling op het bestuurdersdisplay aan wat openstaat. Breng de auto zo spoedig mogelijk tot stilstand en sluit het onderdeel dat aanleiding gaf tot de waarschuwing.
Bij een rijsnelheid tot 10 km/h (6 mph) gaat het informatiesymbool op het bestuurdersdisplay branden.
Bij een rijsnelheid hoger dan zo'n 10 km/h (6 mph) gaat het waarschuwingssymbool op het bestuurdersdisplay branden.