Koplamphoogteregeling
De koplamphoogte1 is te regelen met een van de duimwielen op het dashboard.
Laat de motor draaien of zet het elektrische systeem van de auto in de contactslotstand I.
Draai het duimwiel omhoog of omlaag om de koplampen hoger of lager af te stellen.
Hieronder ziet u in welke stand het duimwiel moet staan in enkele beladingssituaties.
Beladingssituatie | Duimwielstand |
---|---|
Alleen bestuurder. | 0 |
Bestuurder en voorpassagier. | 0 |
Bestuurder en voorpassagier. Drie passagiers achterin. | 1 |
Bestuurder en voorpassagier. Drie passagiers achterin. 220 kg bagage in de bagageruimte. | 1 |
Bestuurder plus maximale belading in bagageruimte. | 2 |