Druk op de stuurknop (2).
De cruisecontrol wordt stand-by gezet.
Druk op de stuurknop ◀ (1) of ▶ (3) om naar een andere functie te gaan.
De snelheidsbegrenzermarkering (4) en het -symbool op het bestuurdersdisplay doven – de ingestelde/opgeslagen snelheid is daarmee gewist.
Druk nogmaals op de stuurknop (2).
Er wordt een andere functie geactiveerd.
Bij een auto met adaptieve cruisecontrol* kunt u wisselen tussen beide cruisecontrolsystemen – zie de rubriek "Wisselen tussen CC en ACC".