Het reservewiel ligt met de buitenkant omlaag in de ruimte voor het reservewiel. Dezelfde doorloopbout waarmee het blok schuimrubber vastzit, houdt ook het reservewiel in positie. Het blok schuimrubber bevat al het gereedschap voor het verwisselen van banden, zie het artikel "Gereedschapsset".
De rijeigenschappen van de auto kunnen zich wijzigen bij het gebruik van een compact reservewiel. Vervang het reservewiel dan ook zo spoedig mogelijk weer door een standaardwiel.
Het reservewiel is kleiner dan het gewone wiel. Dit heeft gevolgen voor de bodemspeling van de auto. Wees voorzichtig bij hoge trottoirbanden en reinig de auto niet in een autowasstraat.
- Neem de bandenspanning in acht die de fabrikant van het reservewiel adviseert.
- Bij vierwielaangedreven auto's is de achterwielaandrijving uit te schakelen.
- Als het reservewiel op de vooras zit, kunt u geen sneeuwkettingen omleggen.
- Het reservewiel mag niet worden gerepareerd.
Belangrijk
- Rijd met een reservewiel op de auto nooit sneller dan 80 km/h (50 mph).
- Rijd nooit met de auto, als deze is voorzien van meer dan één reservewiel van het type "Temporary Spare".