Langzaam rijden
Bij lage snelheden, bijvoorbeeld bij filevorming of op parkeerplaatsen, kan de stand langzaam rijden handig zijn.
Wanneer de functie actief is, rolt de auto langzaam in de gekozen rijrichting zonder het gaspedaal te gebruiken.
Langzaam rijden activeren of deactiveren
Tik op op het middendisplay.
Kies Rijden.
Activeer Stapvoets.
Langzaam rijden is nu geactiveerd.
N.b.
Als langzaam rijden bij stilstand wordt geactiveerd, is een druk op het gaspedaal nodig om de functie te laten werken.