Parkeerhulp aan voorzijde, achterzijde en zijkanten
Naar voren
De voorsensoren van de parkeerhulp worden bij het starten van de motor automatisch geactiveerd. Ze zijn actief bij snelheden lager dan 10 km/h (6 mph).
Het meetgebied strekt tot zo'n 80 cm (2,5 ft) voor de auto.
N.b.
Belangrijk
Achterzijde
Als de auto in zijn vrij achteruitrolt of wanneer u de keuzehendel in de stand voor achteruitrijden zet, worden de sensoren aan de achterzijde geactiveerd.
Het meetgebied strekt tot zo'n 1,5 meter (5 ft) achter de auto.
Bij het achteruitrijden met een aanhangwagen die is aangesloten op het elektrische systeem van de auto wordt de parkeerhulp automatisch gedeactiveerd.
N.b.
Aan de zijkanten
De zijsensoren van de parkeerhulp worden bij het starten van de motor automatisch geactiveerd. Ze zijn actief bij snelheden lager dan 10 km/h (6 mph).
Het meetgebied strekt tot zo'n 25 cm (0,8 ft) naast de zijkanten.
Het detectiegebied van de zijsensoren neemt merkbaar toe bij het verdraaien van de voorwielen, zodat er obstakels tot zo'n 90 cm (3 ft) schuin achter of voor de auto te detecteren zijn. (Zie ook de rubriek "Sensorvelden naar de zijkanten" in het artikel "Sensorvelden van parkeerhulp voor parkeerhulpcamera".)