Stembediening gebruiken1
Druk op de stuurknop voor stembediening om de werking te activeren en een dialoog met stemcommando's te starten.
Aandachtspunten:
- Spreek met een normale stem in een normaal tempo.
- Wacht met spreken, totdat het systeem klaar is met antwoorden (zolang het systeem antwoordt, werkt de stembediening namelijk niet).
- Vermijd achtergrondgeluiden in het interieur door portieren, ruiten en panoramadak* dicht te houden.
U kunt de stembediening als volgt beëindigen:
- Zeg "Annuleer".
- Druk lang op de stuurknop voor stembediening .
Om de commandodialoog te verkorten en systeemvragen over te slaan voordat het volgende commando wordt aangegeven, kunt u wanneer het systeem spreekt de stuurknop voor stembediening indrukken.
Voorbeelden van stembediening
Tik op , zeg "Bel [Voornaam] [Achternaam] [nummercategorie]" – het gekozen contact uit het telefoonboek bellen. Als er meerdere telefoonnummers (zoals thuis, mobiel, werk) voor het contact bestaan, moet u ook de juiste categorie noemen.
Tik dus op en zeg "Bel Robyn Smith Mobiel".
Commando's/zinnen
De volgende commando's zijn altijd mogelijk:
- "Herhaal" – de laatst gegeven steminstructie van de actieve dialoog herhalen.
- "Annuleer" – de dialoog annuleren.
- "Help" – een hulpdialoog starten. Het systeem antwoordt met commando's die in de actuele situatie gebruikt kunnen worden, een vraag of een voorbeeld.
Commando's voor specifieke functies, zoals de telefoon en de radio, staan beschreven in de desbetreffende artikelen.
Cijfers
Geef de cijfercommando's aan, afhankelijk van welke functie moet worden aangestuurd:
- Telefoonnummers en postcodes moet u apart en cijfer voor cijfer zeggen, bijvoorbeeld nul drie een twee twee vier vier drie (03122443).
- Huisnummers kunt u apart of in een groep zeggen, bijvoorbeeld twee twee of tweeëntwintig (22). Bij Engels en Nederlands kunt u meerdere groepen achter elkaar zeggen, bijvoorbeeld tweeëntwintig tweeëntwintig (22 22). Bij Engels kunt u ook dubbel of drievoudig gebruiken, bijvoorbeeld dubbel nul (00). U kunt nummers aangeven binnen het interval 0–2300.
- Frequenties kunt u als volgt zeggen: achtennegentig komma acht (98,8) en honderdenvier komma twee (104,2).