Met het duimwiel op het instrumentenpaneel links van het stuurwiel regelt u de sterkte van de displayverlichting, de verlichting van de bedieningselementen, de omringende sierverlichting en de sfeerverlichting*.
Omringende sierverlichting aanpassen
Tik op Instellingen op het hoofdscherm van het middendisplay.
Tik op .
Kies uit de volgende instellingen:
- Kies onder Intensiteit omgevingslicht uit Uit, Laag en Hoog.
- Kies onder Niveau omgevingslicht uit Verm. en Vol.
Sfeerverlichting aanpassen*
De auto is uitgerust met een aantal leds waarmee de kleur van de verlichting te veranderen is. Deze verlichting brandt, wanneer de auto is ingeschakeld.
Verlichtingssterkte wijzigen
Tik op Instellingen op het hoofdscherm van het middendisplay.
Tik op .
Kies onder Intensiteit sfeerverlichting uit Uit, Laag en Hoog.
Verlichtingskleur wijzigen
Tik op Instellingen op het hoofdscherm van het middendisplay.
Tik op .
Kies uit Op temperatuur en Op kleur om de kleur van de verlichting te wijzigen.
Bij de keuze Op temperatuur verandert de verlichting afhankelijk van de ingestelde interieurtemperatuur.
Bij de keuze Op kleur kan de subcategorie Themakleuren worden gebruikt voor verdere aanpassing.