Door de belading van de auto wordt de hoogte van de koplampen gewijzigd, zodat u tegenliggers mogelijk verblindt. U kunt dat voorkomen door de koplamphoogte bij te stellen. Stel de koplampen lager af als de auto zwaar beladen is.
Laat de motor draaien of zet het elektrische systeem van de auto in de contactslotstand I.
Draai het duimwiel omhoog of omlaag om de koplampen hoger of lager af te stellen.
Hieronder ziet u in welke stand het duimwiel moet staan in enkele beladingssituaties.
Beladingssituatie | Duimwielstand |
---|---|
Alleen bestuurder. | 0 |
Bestuurder en voorpassagier. | 0 |
Bestuurder en voorpassagier. Drie passagiers achterin. | 1 |
Bestuurder en voorpassagier. Drie passagiers achterin. 220 kg bagage in de bagageruimte. | 1 |
Bestuurder plus maximale belading in bagageruimte. | 2 |